Seksverslaving

Wat is seksverslaving

Wat is seksverslaving | Seksverslaving - Begrijpen en Veranderen

Seksverslaving gaat niet over grote seksuele interesse


Bij seksverslaving denken de meeste mensen allereerst aan veel en vaak. Aan de oversekste man die aan niets anders kan denken. Die vaak fantaseert, vaak masturbeert, vindt dat hij altijd zin heeft, vrouwen voortdurend op hun aantrekkelijkheid beoordeelt en bij het zappen en internetten uit is op billen en borsten. Aan vrouwelijke zijde zijn er de zogenaamde nymfomanen, de spreekwoordelijke vrouwen die er wel pap van lusten. Seksverslaving is in de praktijk echter vooral een probleem van mannen.
Deels klopt het beeld, in de zin dat mensen die redelijkerwijs seksverslaafd genoemd kunnen worden inderdaad veelvuldig met seks bezig zijn. Maar er zijn ook mensen die objectief gezien weinig met seks bezig zijn, in gedrag of in gedachten, en toch met seksverslaafde klachten komen. Op zichzelf is frequentie geen maat voor seksverslaving. In onderzoek naar doorsnee Nederlandse mannen (Seksualiteit in Nederland, 1991) bleek bijvoorbeeld dat het overgrote deel van de heteroseksuele mannen - meer dan 90% - de vrouwen die ze tegenkomen 'vaak' of 'altijd' op hun fysieke seksuele aantrekkelijkheid beoordelen. De attractie van erotische plaatjes op tv en internet is ook aan niet-verslaafde mannen goed besteed, en negen van de tien mannen die prostituées bezoeken ervaren dat niet als dwangmatig of oncontroleerbaar. De overgrote meerderheid van mensen die porno op internet bezoeken, ervaren zichzelf niet als verslaafd (onderzoek van het IVO in 2011). Plaatjes met een seksuele of erotische inhoud zijn voor vrijwel iedereen sterke prikkels die ons brein of we dat nu leuk vinden of niet razend snel herkennen. Door die herkenning worden er onwillekeurig lichamelijke processen vrijgemaakt, verandert onze hormoonhuishouding, treedt er meer doorbloeding op in de geslachtsorganen enzovoort. In laboratoriumonderzoek van seksuologe Ellen Laan (AMC Amsterdam) wordt duidelijk dat dit bij mannen en vrouwen gebeurt, ook als zij porno afkeuren of van zichzelf menen daar geen affiniteit mee te hebben.

Het gaat om het ervaren van controleverlies


Frequentie, hoe vaak men met seks bezig is, is op zichzelf geen goed criterium en zelfs geen voorwaarde voor seksverslaving. Een voorkeur voor porno of seksuitbeelding is dat ook niet, evenals de fantasie vreemd te gaan of het eens met iemand van het eigen geslacht te proberen. Een belangrijker criterium is de beleving, met name het gevoel of men controle over onprettig gedrag ervaart. Wanneer iemand 'seksverslaafd' is, is er altijd ambivalentie over het controlegevoel, het besef dat men het eigen gedrag in de hand heeft en bij kan sturen wanneer er iets gebeurt dat men niet wil.

Iemand die voortdurend dingen doet die vooral prettig zijn, heeft een heel andere relatie met dit controlegevoel. Eén van mijn hypothesen is dat mensen die seks echt, oprecht prettig vinden wel véél met seks bezig kunnen zijn, maar zelden of nooit het negatieve gevoel van verslaving of controleverlies ervaren. Het zijn juist de mensen die ambivalent zijn over seks, die gemengde gevoelens hebben (spannend, maar ook eng, of schaamtevol, of verboden) die vatbaar zijn voor het idee dat de seks hen in zijn macht heeft, in plaats van andersom. Het ene moment vinden ze seks het belangrijkste dat er is, om zichzelf na het orgasme te veroordelen. Die dubbele waardering is kenmerkend voor seksverslaafden en de meesten van hen kennen een duidelijk aanwijsbare cyclus: van groeiende opwinding, naar onbedwingbaar verlangen, om na de ontlading in schuld, schaamte en goede voornemens terecht te komen. Als de spanning om wat voor reden ook toeneemt, maken de intenties weer plaats voor opwinding. Rationeel herkent men dit patroon, maar de moed of de wilskracht ontbreekt om in te grijpen. Ook is voor niet-verslaafden vaak moeilijk in te schatten hoe allesdoordringend de zucht naar seksuele spanning kan aanvoelen. Het gevoel dat men tegen een verslaving moet vechten is sterk, met als logisch gevolg dat de lat nog hoger gelegd wordt, het voornemen nog sterker geformuleerd wordt. Dan kan het zijn dat men twee weken niet masturbeert, of drie weken van internet afblijft, maar meestal is er een terugval en begint de cirkel van voren af aan. Maar nu met een extra deuk in het zelfvertrouwen.

Is iemand die veel met seks bezig is, negatieve consequenties ervaart èn het gevoel heeft dat hij of zij er geen controle over heeft, dan seksverslaafd? In theorie misschien, maar zonder twijfel krijgt een groot deel van de mannen dan een ongepaste diagnose toebedeeld. Met name in Amerikaanse literatuur over seksverslaving komt men op grond van dit soort externe criteria tot schokkende percentages: 25% of 50% van de bevolking zou aan seksverslaving lijden. Bij het definiëren van seksverslaving moet ook de subjectieve ernst een belangrijke rol spelen. Hoe zwáár ervaart de betrokkene de consequenties? Gaan dingen echt fout als gevolg van het ontspoorde seksueel gedrag, op het werk, in de relatie, in het sociale leven? Komt men, als gevolg van de seksuele preoccupatie, niet meer aan noodzakelijke taken toe? Is seks zo langzamerhand het enige kanaal voor emoties?

Het heeft mijn voorkeur om zuinig te zijn met het etiket seksverslaving. Het komt voor dat de seksuele obsessies zo omvangrijk worden dat ze het hele dagelijks leven van iemand gaan bepalen. De term seksverslaving biedt dan een goede kapstok om het gedrag te begrijpelijk te maken en een behandeling op te baseren. Het gaat dan echter beslist niet om de helft of een kwart van de bevolking, maar om hoogstens één of enkele procenten.

Seksverslaving is ook een contextprobleem


Blote plaatjes kijken op de computer is iets anders in protestants-christelijke kring dan onder studenten in Amsterdam. Porno kijken in een relatie met een partner die dit gedrag heftig afwijst is iets anders dan wanneer de partner er zijn of haar schouders over ophaalt. De ene partner voelt zich persoonlijk aangetast door het gelieg, de ander vindt het normaal dat partners bepaalde dingen voor elkaar geheim houden. Experimenteergedrag dat bij een 20-jarige gezond gevonden wordt, wordt een beetje mal bij iemand van 65. Bij het vaststellen van de vraag of iets seksverslaving is (cruciaal als men epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van de klacht wil doen) moet men dus niet alleen naar de persoon zelf kijken, maar ook naar de context. Strikt genomen kunnen we iemand die niet wil stoppen met porno kijken seksverslaafd noemen omdat zijn vrouw last heeft van zijn gedrag, terwijl hij het zelf niet als verslaafd of obsessief ervaart. Dit klinkt wat gekunsteld misschien, maar in de klinische praktijk komt deze situatie vaak voor: de partner is de drijvende kracht achter het hulpzoeken en het benoemen van het gedrag als verslaafd.

Zijn seksverslaafden aan seks verslaafd?


Iemand die zich bij een hulpverlener meldt met een seksueel probleem dat oogt en aanvoelt als een seksverslaving, heeft geen boodschap aan een conceptuele discussie over het begrip verslaving. De persoon voelt zich geen baas over het eigen seksleven, en dat controleverlies voelt echt. Wanneer men goed doorvraagt over het gedrag, blijkt het met het controleverlies overigens doorgaans nogal mee te vallen - de meeste 'seksverslaafden' zijn eerder beheerst en beheersend, dan ontremd. Het gevoel is echter dat de seks hen in zijn greep houdt, en niet andersom. Met de onderscheidende kenmerken van een verslaving aan middelen (zoals ontwenningsverschijnselen en een niet te weerstane behoefte, craving) valt het meestal ook erg mee. Uiteindelijk zijn de parallellen met een verslaving aan drugs eerder oppervlakkig - het patroon van herhaling, het rituele karakter van het gedrag, de moeite verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag, en vooral het gebrek aan alternatieven. De stelling is open voor discussie, maar mijn ervaring is dat seksverslaving uiteindelijk meer een denkfout is dan een werkelijke verslaving. Voor de patient is dat, zeker in het begin, lastig te accepteren - hij of zij kan zich niet verschuilen achter een ziekte of aandoening maar is zelf verantwoordelijk. Ook de partner ontleent vaak steun aan het etiket seksverslaving, dat maakt het gedrag makkelijker te begrijpen dan de gedachte dat iemand willens en wetens zoveel op het spel zet, of de boel zo lang voorgelogen heeft. Als men al verslaafd is, dan is dat aan zinloos gedrag: het ritueel is zo dominant geworden, dat hij (of zij) letterlijk niets zinvollers meer weet te doen. Overigens, is dit geen poging om het lijden aan of de consequenties van een 'seksverslaving' af te doen als onbelangrijk of ingebeeld. Ook al speelt er in mijn perceptie geen verslaving aan seks, voor de persoon zelf is het een reëel probleem en voelt het als een werkelijke verslaving.

Er bestaan voorts wel degelijk mensen waarbij het verslaafde aspect erg op de voorgrond treedt. Dit komt in mijn ervaring echter relatief weinig voor. Seks kan deel uitmaken van een obsessief compulsieve stoornis (dwangmatig masturberen bijvoorbeeld, tien of meer keer per dag, tot bloedens toe), van een onbeheersbare parafilie (pedofilie bijvoorbeeld, voyeurisme, exhibitionisme) of van sterk antisociaal gedrag. Ook bij bepaalde psychiatrische stoornissen kan het seksuele gedrag sterk ontremd raken. In al deze gevallen is de seksverslaving niet de primaire stoornis, maar als het ware ingebed in een ander, doorgaans ernstig probleem. Goede diagnostiek is altijd, maar zeker in deze situaties, van groot belang.

Met goede diagnostiek wordt zeker niet een vragenlijst bedoeld die gebruikt kan worden om seksverslaving 'vast te stellen'; hiervan circuleren er veel op internet. Goede psychodiagnostiek gaat over het systematisch uitzoeken of de klacht samenhangt, oorzaak of gevolg is van het brede spectrum aan andere psychische of lichamelijke stoornissen. Een wrang voorbeeld betreft een man die jarenlang groepstherapie voor zijn 'seksverslaving' volgde, terwijl de plotseling vergrote seksuele interesse geen psychische of sociale oorzaak had, maar een direct gevolg was van het medicijn dat hij gebruikte in verband met de ziekte parkinson.