Seksverslaving - Begrijpen en Veranderen

Dagdromen

Dagdromen | Seksverslaving - Begrijpen en Veranderen

Dagdromen: de masturberende vrouw

Stacks Image 384

Een vrouw, midden dertig, heeft vijf jaar een monogame relatie, waarvan drie jaar gehuwd. Ze heeft altijd fulltime gewerkt. Een eerste zwangerschap, in het jaar van haar trouwen, eindigt in een miskraam. Ze wordt opnieuw zwanger. Met het oog op complicaties en omdat ze deze zwangerschap alle kans wil geven is ze gestopt met werken en is ze hele dagen thuis zonder veel werkzaamheden of sociale bezigheden.

Met haar man heeft ze een plezierig, niet bijzonder intensief seksleven. Haar man is in bed voorzichtig en respectvol. Ze vertelt tot voor kort nauwelijks een fantasieleven te hebben gehad, en aan zelfbevrediging deed ze misschien drie maal per jaar. Sinds ze thuis is en de structuur van werk en activiteit kwijt is, nemen seksuele fantasieën in frequentie en intensiteit toe. Ze gaan vooral over haar vorige partner, een man die ze beschrijft als onbetrouwbaar en grof. De seks was grensverleggend en op het gewelddadige af - hij deed waar hij zin in had. Destijds bracht hij haar voornamelijk in verwarring; ze vond de seks spannend maar ook vreemd en soms echt vervelend. Haar huidige echtgenoot is om die reden mede uitgekozen op zijn degelijkheid en voorspelbaarheid.

Het fantaseren en dagdromen neemt uren in beslag. Ze masturbeert frequent en pijnigt zichzelf om opgewonden te kunnen raken. Ze heeft het gevoel dat ze afstompt; zachte seks en intimiteit roepen irritatie op. Het fantaseren geeft haar dezelfde mix van fascinatie en afkeer. Ze voelt zich schuldig jegens haar partner en baby, maar ze kan niet stoppen met het gedrag en kan met niemand praten over wat er gebeurt. De echtgenoot schrikt hevig wanneer ze een tip van de sluier oplicht en stimuleert haar hulp te zoeken. Hij wil niets weten en niets met de behandeling te maken hebben: het is háár probleem.

In de gesprekken ligt de nadruk niet op het verminderen of beheersen van het seksuele gedrag, maar wel op de vraag wat ze met deze twee verschillende mannen beleeft en beleefd heeft. De eerste partner wordt geidealiseerd. Ze schrikt van de agressieve gedachten en twijfels die naar boven komen aangaande de huidige partner. De vraag hoe ze haar partner nu beoordeelt en de vraag of en hoe ze verder wil met de relatie, komen centraal te staan. Naarmate ze zich meer met de werkelijke vraagstelling en keuzes bezighoudt, en concrete oplossingen zoekt voor de onvrede over haar man en haar lege dagindeling, neemt de frequentie van de escapistische soloseks af. De Kleine Goede Daden of heitjes voor karweitjes die ze vanaf het eerste therapiegesprek oppakt, beginnen klein, zoals het hoort: niet teruggaan in bed als het kind naar school is of, als dat niet lukt, een half uur eerder opstaan dan ze anders zou doen. Kleine achterstallige bezigheden in huis oppakken. Zaken opruimen of wegdoen, ook weer in minieme porties, steeds gevolg door expliciete zelfbeloning. Als haar zelfvertrouwen groeit, durft ze grotere klusjes op te pakken. In haar oorspronkelijke vak (fotomodel en actrice) wil ze niet meer aan de slag, maar ze komt na enkele sollicitaties wel aan boord bij een regionale omroep, eerst als assistente en al snel ook in de presentatie. Met kleine stappen leert ze haar man accepteren dat dingen moeten veranderen in de relatie en ze ervaart deze na een half jaar als evenwichtiger.

Hoe beter het met haar gaat en hoe minder ze wegzakt in het oude apathische seksuele gedrag, hoe meer ze zich realiseert dat ze jarenlang depressief is geweest.

Seksverslaving en depressie

In onderzoek wordt standaard een relatie aangetroffen tussen seksverslaving en depressieve gevoelens. Aangenomen wordt dat verslaafd gedrag (en het afnemen van positieve, belonende activiteiten) depressie in de hand werkt, en dat bestaande depressieve neigingen het makkelijker maken om verslaafd te worden. Depressie is zowel bron als gevolg, waarbij het naar mijn mening vooral bron is. Een ruwe schatting is dat bij tenminste de helft van mijn patiëntengroep de seksverslaving mede dient om onderliggende gevoelens van somberheid te overdekken. Als het seksverslaafde gedrag afneemt gaat men soms de onderliggende zwaarmoedigheid sterker voelen. Op die momenten (als de depressie aanhoudt) maar vaak ook in het begin van de behandeling, adviseer ik met de huisarts te overleggen over tijdelijk gebruik van een antidepressivum (een milde ssri), die zowel de stemming verbetert als de seksuele opwindbaarheid doet afnemen. Het is verbazingwekkend hoe vaak een jarenlange en sombere gedragsverslaving 'zomaar' verdwijnt op het moment dat iemand zijn depressieve klachten aanpakt. Het gaat overigens zelden om een vitale of acute depressie met heftige symptomen (een zogenaamde 'depressie in engere zin') en meestal om een structurele somberheid die soms al decennia aanwezig is en vaak ook bij familieleden herkenbaar is. Deze zogenaamd dysthieme toestand is het best concreet te snappen als mensen aangeven dat ze hun emotionele stemming gemiddeld een vijf geven. Stemming fluctueert, soms is het een zeventje en soms een vier, maar toch het grootste deel van de tijd net niet voldoende.